Fender, waar mijn verzameling eigenlijk ongemerkt mee is begonnen. Na een gammele akoestische gitaar en een voordelige Japanse Telecaster kloon (van het merk Jedson), moest er iets beters komen . . .
Zelf heb ik eigenlijk veel te weinig op Gibsons gespeeld. Ze gingen een enkele keer mee naar de oefenruimte maar werden om een of andere reden maar sporadisch gebruikt. Slechts mijn Melody Maker (1965) en de Les Paul junior (1987) kregen . . .
In 1971 ontstaan toen enkele "ontevreden" Fender medewerkers een eigen onderneming begonnen. Na wat naamswijzigingen werd het in 1974 uiteindelijk: "Music Man". Hun voormalig werkgever Leo Fender is zich vanaf die tijd daarbij gaan bemoeien met het ontwerpen en bouwen van de versterkers en de gitaren.
Begin 80-er jaren in California opgericht door de twee "Fender mannen van het eerste uur": George Fullerton en natuurlijk Leo Fender zelf. Ofwel "George & Leo" (G&L), hoewel je ook wel "Guitars by Leo" als verklaring voor het logo tegenkomt. In die beginperiode trokken G&L's niet mijn aandacht. Mijn interesse ging immers uit naar "oude" gitaren. En wat deed die lelijke . . .
Na een periode met als resultaat enkele handgebouwde gitaren, bracht Paul Reed Smith vanaf 1985 zijn producten "als merk" op de markt.
Vanaf 1995 werden de instrumenten vanuit een nieuwe fabriek in grotere aantallen geproduceerd.
Onbekend maakt onbemind. PRS is me eigenlijk jaren ontgaan. Tot ik bij toeval in een gitaarzaak een tweedehands Custom 22 (uit 2003) in handen kreeg. Een hals die perfect aanvoelde en zich erg makkelijk liet bespelen. Onversterkt klonk de PRS al geweldig, even afwachten wat er straks uit de speakers klinkt.